Om te beginnen: wij (columnist RdV en webredacteur GvA) wensen alle lezers het allerbeste voor 2019.
 
Meestal volstaat één column om een rit te bespreken. Maar zo af en toe valt er zo veel te vertellen dat het beter over twee columns verdeeld kan worden. Omdat de Finalerit twee trajecten kende die allebei een bijzondere bepaling bevatten was de keuze snel gemaakt: dat doen we in twee keer. Dat geeft tevens ruimte om de bespreking van het tweede traject te beginnen met wat theorie, zodat degenen die het systeem niet kennen, of er niet goed mee overweg kunnen, een beetje op weg worden geholpen. 
Het gaat hier om het systeem op-1-na-kortste route. In principe niet overdreven moeilijk: je bepaalt steeds eerst de kortste route (met inachtneming van eventuele andere bepalingen in het Bijzonder Reglement van de betreffende rit), en daarna de op-1-na-kortste route. In die andere bepalingen kan bijvoorbeeld staan welke wegen wel of niet gebruikt mogen worden, of pijlen meermalen bereden mogen worden, of ze gekruist of geraakt mogen worden, dat soort zaken. U zult straks trouwens merken dat sommige van die bepalingen soms lastig te combineren zijn met het systeem op-1-na-kortste route.
 
Eerst dus wat theorie. We beginnen eenvoudig, met de situaties 1 t/m 3 (zie de geel-op-groene nummers). In situatie 1 ziet U de allersimpelste vorm van dit systeem: de kortste route loopt rechtdoor van pijl 1 naar pijl 2, en de 1-na-kortste gaat links om het driehoekje heen, dus via controle A.
In situatie 2 heeft U van pijl 2 naar pijl 3 keuze: heen en weer naar het driehoekje met controle B, of de hoekige route via controle C. De juiste route is die via de B, omdat die duidelijk korter is. Maar als er in het reglement zou staan dat wegen maar in één richting mogen worden bereden, dan zou heen en weer naar de B niet mogen, en zou de route via de C de juiste zijn. NB: Zoals altijd bij keerlussen: de lus met de B tegen de wijzers van de klok in construeren.
 
Als we niet op weg zijn naar een pijl maar naar een punt, dan geeft dat weer andere mogelijkheden, zoals in situatie 3. De kortste route van pijl 3 naar punt 4 loopt via p, en de 1-na-kortste route via q, waarbij punt 4 dus van de andere kant wordt benaderd. Van dit principe wordt redelijk vaak gebruik gemaakt.
 
Als het zou zijn toegestaan om pijlen en punten meer dan één maal aan te doen, dan krijg je weer andere oplossingen, zoals in situatie 4 (een variant op situatie 3). Je kan nu vanaf pijl 5 "door punt 6 naar punt 6", dus de 1-na-kortste route gaat via r, door punt 6, en dan keren om het pleintje met controle H; via s naar punt 6 is langer; controle G is fout. Let op: dit is niet altijd toegestaan; lees het reglement! In de Finalerit was het NIET toegestaan.
Waar uitzetters goed op moeten letten is dat alles reglementair wel helemaal klopt. Bij situatie 5 geldt het reglement van deze Finalerit: over zo kort mogelijk afstand over oranje wegen, in dit geval van pijl 7 naar punt 8. De kortste reglementaire route is nu via t (het oranje vermijden), en dan zou voor de 1-na-kortste route alleen die via u overblijven. Maar dan is de 1-na-kortste route korter dan de kortste route??? Dit is dermate onduidelijk en verwarrend dat je dit de deelnemers niet kan voorschotelen. Toen ik dan ook voorafgaande aan de Finalerit de uitzetter per mail vroeg hoe hij hier over dacht, was het antwoord de vermaarde uitzetters-reactie "komt niet voor". Gelukkig maar...
 
Tot zo ver de min of meer "simpele" situaties. Ingewikkelder wordt het als je ergens niet in kan (of mag), en je in zo'n geval, zoals in deze Finalerit, een NIEUWE 1-na-korste route moet bepalen. In de situaties 6 t/m 8 kijken we nogmaals naar de nummers 1 t/m 3, maar dan met een afpijling er bij.
In situatie 6 (afgeleid van situatie 1) mogen we bij a niet linksaf. De nieuwe kortste route is nog steeds rechtdoor naar pijl 10, en de nieuwe 1-na-kortste route gaat bij b linksaf, waarna we keren om het driehoekje met controle H en dan weer via b naar pijl 10 gaan. Of niet? Nee, dit is wat je noemt de verleiding. De juiste 1-na-kortste route gaat wel bij b linksaf, maar dan meteen weer twee maal links, dus via controle A (van de andere kant dan in situatie 1)!
 
Met situatie 7 (afgeleid van situatie 2) zult U nu geen moeite hebben: als je bij m niet linksaf mag, dan maar bij n, om na controle C twee maal linksaf te gaan naar pijl 11. Het kan eigenlijk nauwelijks anders.
 
En hoe zit het in situatie 8 (afgeleid van situatie 3)? Bij v is linksaf afgepijld (of verboden in te rijden). De kortste route naar punt 12 is ongewijzigd (bij w linksaf), maar wat is nu de nieuwe 1-na-kortste route? Het lijkt er op dat we moeten keren om het pleintje met controle K, maar in het geval dat we meermalen door een punt mogen komt ook de route v-w-v-w in aanmerking, waarbij we uiteindelijk twee maal langs controle D komen. Kwestie van meten of dat korter is dan via de K! In de Finalerit mocht je overigens elke pijl en elk punt maar één keer in de route opnemen, dus daar was deze mogelijkheid er niet.
 
Tot zo ver dit overzicht (of zo U wilt: deze mini-cursus) over het bepalen van de 1-na-kortste route. Maar er zit nog een addertje onder het gras, want de uitzetter kan je ook voor een onmogelijke keuze zetten. Kijkt U maar eens naar situatie 9. De kortste route van pijl 13 naar pijl 14 is natuurlijk a-b, en de 1-na-kortste is a-c-b. Bij c mogen we echter niet rechtsaf. Wat nu? Net als in de voorgaande voorbeelden moeten we een nieuwe kortste en 1-na-kortste route bepalen. Het probleem is dat er nu vier mogelijke routes zijn (afgezien van duidelijk nog langere), waarvan de twee kortste onderling even lang zijn, en de twee langste ook. Het is duidelijk dat we in alle gevallen via c-a-b naar pijl 14 moeten, want er is geen andere weg. 
Maar we staan bij c, in de richting x. En dan is mogelijkheid 1: c-x-y-z-x-c-a-b (keerlus); mogelijkheid 2: c-x-z-y-x-c-a-b (keerlus andersom); mogelijkheid 3: c-x-y-z-x-y-z-x-c-a-b (twee maal rond); mogelijkheid 4: c-x-z-y-x-z-y-x-c-a-b (twee maal andersom rond). 
 
We moeten natuurlijk weer eerst de kortste route bepalen, en daarbij is er keuze tussen de opties 1 en 2. Omdat keerlussen, als beide richtingen mogelijk zijn, tegen de wijzers van de klok in (linksom) moeten worden gereden, geldt als kortste route dus optie 1. En dan de 1-na-kortste; van de vier mogelijkheden blijven er nu nog drie over: één korte (optie 2: controle P), en twee langere (opties 3 en 4: controles Q-Q respectievelijk P-P). Er zijn nu twee redeneringen denkbaar: (a) route 2 is korter dan de routes 3 en 4, dus we kiezen route 2; (b) route 2 is even lang als route 1, en is dus niet de 1-na-kortste, en we kiezen daarom voor route 3 (even lang als 4, maar tegen de klok in gaat voor). Maar dat klopt niet, want dan hebben we dus de 2-na-kortste route! Een moeilijk dilemma... In deze Finalerit kwam het een paar maal voor dat we voor deze keuze stonden, en dat had de uitzetter eigenlijk moeten vermijden, zoals hij zelf na afloop ook concludeerde. Je moet ofwel zorgen dat het niet voorkomt, ofwel het zodanig reglementeren dat iedereen weet welke keuze gemaakt moet worden. Dat laatste is niet zo eenvoudig, en maakt de zaak nodeloos ingewikkeld, dus ik zou zeggen: zorg er simpelweg voor dat het niet voorkomt!
 
Diegenen onder U die vinden dat (b) de juiste keuze is, die wil ik nog even aan het twijfelen maken. Laten we eens kijken naar de stand in de Eredivisie. Stel dat PSV en Ajax allebei 50 punten hebben (en volgens alle mogelijke ex aequo-regelingen - zoals doelsaldo - ook gelijk staan), en dat Feijenoord 40 punten heeft (U ziet: ik houd van realistische voorbeelden). Dan kan je toch niet zeggen dat Feijenoord op de TWEEDE plaats staat, want er zijn twee clubs die hoger staan; Feijenoord staat dan dus op de DERDE plaats. En op dezelfde manier geredeneerd is route 3 niet de op-1-na-kortste route, maar de op-2-na-kortste! Nog een voorbeeld: Anton en Sjef zijn 20 jaar oud, en Herbert is 18. Dan is Herbert toch duidelijk de op-2-na-oudste van dit drietal (want er zijn twee ouderen)?
 
Met deze kennis gewapend gaan we nu kijken naar situaties uit de recente praktijk: traject 2 van de Finalerit. In het eerste voorbeeld gaat het om de 1-na-kortste route van pijl 17 naar punt 18. Eerst de kortste route bepalen: die gaat over de gele weg langs het wit-op-blauwe nummer "10" (afrit 10 van de A50), en dan onder de paarse A50 door via geel en (gedwongen) oranje naar punt 18. Vlak voor punt 18 ziet U een rotonde op de kruising van de beide oranje wegen, en je zou nu kunnen denken dat de kortste route rechts van de rotonde langs gaat en de 1-na-kortste route links van de rotonde (een zogenaamde Povel-route; dit is de laatste keer dat ik hier een grap over zal maken, een goed voornemen voor 2019). Maar dan vergeten we dat er zo min mogelijk over oranje moet worden gereden! Een stukje oranje is hier niet te vermijden, maar het langere stukje links om de rotonde is wel te vermijden: we gaan gewoon rechts langs de rotonde, en zoeken ergens anders bijvoorbeeld een ommetje om de route langer te maken. Zo is daar een wit pleintje net links van het nummer "18"; knap gevonden, maar dat is nog niet aan de beurt. Als we niet bovenlangs gaan via voornoemde "10", maar onderlangs en via de gele weg door de tekst "A50", dan blijkt dat korter te zijn dan de route via het witte pleintje. Dus: eerst keercontrole 11, en dan pas controle P (en de route links om de rotonde - die uiteraard ter plaatse niet is toegestaan, waarna je er twee maal rechts omheen moet - levert niets op; daar had ik misschien toch een controle neergezet?). Wel stond er voor weer andere foutrijders controle 18 (grote lus andersom, als je het witte lusje niet zag).
En hier ziet U twee maal hetzelfde gebiedje, eerst aan het begin van dit traject, van de start (rust) naar punt 13, en dan aan het einde van het traject, van punt 26 naar de finish. De kortste route naar punt 13 gaat vanaf de start naar het noorden (de rode stippellijn op de uitleg), en de 1-na-kortste naar het zuiden (de paarse stippellijn). Wie het goed deed haalde dus controle F.
Een paar uur later moest je van punt 26 naar de finish: kortste route rechtdoor, 1-na-kortste rechts om de Vresselse Hut heen (dat was de start-, rust- en finishlocatie), dus over dezelfde weg als na de start. Maar waar eerst de F stond, daar stond nu de E. Hmm..., op de heenweg misschien verkeerd gezien? Deelnemers die dat dachten en alsnog de F in het eerste vakje van de controlekaart in een E veranderden (knoeien mag niet, maar niemand zou de verandering van F naar E opmerken, anders dan bijvoorbeeld van A naar G), die kwamen bedrogen uit, want de uitzetter had dit met opzet zo gedaan (juist de E en de F gekozen), om "knoeien" mogelijk te maken (en zelfs uit te lokken): de bedrieger bedrogen. Wel origineel!
 
Hoewel mijn "oude doos" - zoals U weet - al geruime tijd leeg is, komt er toch af en toe nog een herinnering boven die het waard is om hier vermeld te worden. In de jaren 70-80 van de vorige eeuw werden er behoorlijk wat ritten in de provincie Noord-Holland gereden. Naast de door de RAC-West georganiseerde West-Nederland Rit (die meetelde voor het nationale kampioenschap) had je de regionale ritten van de RAC-Amsterdam (Midwinterrit), de KLM-MAC (KLM-Nachtrit), ASV Kennemerland (Ronde van Kennemerland) en de Rijmonders (IJmuider Pierenrit). Let wel: Rijmonders, niet Rijnmonders; Rijnmonden heb je in Katwijk en min of meer in Hoek van Holland, maar bij Velsen/IJmuiden is het de IJmond (toen er nog geen Noordzeekanaal was liep het Amsterdamse IJ tot achter de duinen benoorden Haarlem; zie onderstaande stafkaart uit 1850)! En in die ritten kwam je niet alleen het gebied rond Amsterdam en Haarlem, maar ook in noordelijker gelegen delen van Noord-Holland, zo rond Alkmaar en Schagen. En in één van die ritten gebeurde het volgende: bij  de start, ergens in of bij Alkmaar, kregen de A-klassers niet alleen een wedstrijdkaart uitgereikt, maar ontvingen zij ook een muntstuk van 1 gulden. Rara? Wat bleek: het eerste traject was een puntenrit met vrije route, en die ging gedeeltelijk dwars door het centrum van Alkmaar. Eén van de genummerde punten was getekend op een plein, maar daar was nergens een controle te bekennen, hoewel die toch echt op maximaal 25 meter van dat punt moest staan. De truc was dat je op het idee moest komen dat die 25 meter ook verticaal kon worden gemeten: onder het plein lag een parkeergarage, en als je door had dat je daar in moest rijden, dan vond je na een paar rondjes bij de uitgang de controle, en daarna was die gulden nodig om de slagboom te openen!
 
Ik weet niet meer of het in dezelfde rit was, maar er was ook een traject waarbij de wedstrijdkaart zat opgerold in een jampotje met verzegeld deksel. Moet een leuk gezicht zijn geweest, die navigatoren die dat potje voor hun ogen in allerlei richtingen moesten draaien om de kaart te kunnen lezen! Later zei de uitzetter (Richard Kranenburg? Erik Posthuma?) dat het geen jam- maar augurkenpotten waren en dat zijn familie een half jaar augurken had moeten eten om aan voldoende exemplaren te komen...
 
Over Richard Kranenburg gesproken: toen Jos en ik eens een rit van hem "in het veld" controleerden (WNR? Teamrit?), vertelde hij ergens halverwege met pretoogjes dat we een wegverlegging hadden gemist. Wij hadden inderdaad niets gemerkt, en ook bij nader onderzoek konden we niets vinden dat verlegd was. En toen vertelde hij dat hij zijn jeugd had doorgebracht in het huis op de betreffende hoek, en dat hij persoonlijk had gezien dat de weg daar bij een reconstructie van het kruispunt een paar meter werd opgeschoven! Een geval van voorkennis zoals die niet bedoeld is...
 
De spellingcontrole van Word blijft de rittensport maar merkwaardig vinden. Nu wordt weer voorgesteld om A-(en ook B- en C-)klassers "klussers" te noemen...
 
Het heeft niets met de Finalerit te maken, maar onder de kaart van het IJ uit 1850 laat ik ook even de huidige kaart zien, want het is toch wel erg leuk om die twee te vergelijken (vooral als je zoals ik uit Haarlem komt). Voor een mooi ijkpunt: de spoorlijn Amsterdam-Haarlem ging in 1870 over de landtong tussen het IJ en het Spieringmeer (het noordelijke deel van het Haarlemmermeer); op de moderne kaart is dat punt (de slinger in weg en spoorlijn) terug te vinden: het ligt nog steeds halverwege Amsterdam en Haarlem en heet dan ook Halfweg. (klik op de plaatjes voor een uitvergroting/popup)
Vlak voor het ter webbe gaan van deze column zag ik dat de eerste DTR-droogrit van 2019 (U weet wel, de Desk Top Rallies op www.rallynews.eu) ook een stukje met 1-na-kortste routes bevat. Maar daar mag je wegen slechts in één richting berijden, en dat is weer een andere variant. En ook daar zien we dat een uitzetter de zaak goed moet dichttimmeren, want er zit een stukje in dat vragen oproept: mag de kortste route wèl tegengesteld aan een bereden route (want die kortste route "berijden" we niet), of mag dat niet? Nu weet ik dat DTR-uitzetter Jaap Jongman deze columns ook leest, dus binnenkort zal er wel een aanvulling komen... Leuke droogrit trouwens, aanbevolen (vooral als U van "hoogtepunten" houdt)!