Dit jaar zijn de kampioenschapsritten wat anders over het jaar verdeeld dan voorheen, mede veroorzaakt door het wegvallen van de Cannenburghrit (wegens het opheffen van de vereniging Fasna). De daarvoor in de plaats komende Finalerit staat in december op het programma (nog na de Teamrit), zodat in het voorjaar wat ruimere pauzes tussen de ritten vallen; vooral het gat tussen de Pijlenrit (7 april) en de Krabbenrit (9 juni) is onaangenaam groot. 
En ook tussen de voorgaande rit (de Turfschiprit, 10 maart) en genoemde Pijlenrit zit alweer een maand. Zodoende is er nu geen recente rit te bespreken, maar dat lossen we op met een nieuwe aflevering van het hoofdstuk 'gastcolumns'. Nadat U hier al het eerste deel van de herinneringen heeft kunnen lezen zowel van Aad van Oosten als van John Terpstra, is nu deel 2 aan de beurt, om te beginnen van Aad. Veel leesplezier! En over twee weken mag ik zelf weer verder als de Pijlenrit is verreden; ik weet bijna zeker dat daar veel over te vertellen zal zijn, want uitzetter Herbert Beltman (nee niet die van de puntjes, maar zijn zoon) is altijd goed voor interessante kaartleesproblemen. En de deelnemersaantallen zijn aan het stijgen, zoals ik vorige keer al meldde, dus wie weet wordt dit een "ouderwetse" Pijlenrit. Voor wie nog twijfelt: doe ook mee! Maar nu is eerst het woord weer aan Aad.
 
Rittensporthistorie 2 - door Aad van Oosten
 
De NRF-sportkalender is nog steeds goed gevuld, maar ook in de jaren zestig en zeventig waren er veel ritten. Zo kon je op woensdagavond bij RAC Den Haag rijden en op donderdagavond bij MAC Delfia. Ook in het weekend werden ritten georganiseerd, soms voor Goede Doelen: in Amsterdam de bekende Witte Bedjes Rally, in Den Haag de Bruine Bladeren Rally en in Delft de Philomena-Rally.
De rittensport werd tot 1981 verreden onder auspiciën van de KNAC. De KNAC zetelde in een groot pand in hartje Den Haag aan de Sophialaan 4. De sportafdeling was gehuisvest in het tuinpaviljoen. John Corsmit had de leiding van de sportafdeling en begin jaren zeventig was André Jetten zijn assistent. Eind jaren zeventig was Jan Berkhof de beoogd opvolger en dat was een van de redenen dat de RAC Oost in 1980 nog niet toetrad tot de NRF. Pas eind 1981 heeft de RAC Oost zich alsnog bij de NRF aangesloten.
 
De KNAC stelde onder leiding van John van Gennip (de vader van Yvonne van Gennip) en Geert Zwolle het reglement voor de ritten samen, het jarenlang gebruikte NRB, Nationaal Reglement Betrouwbaarheidsritten. De reglementscommissie van de KNAC stond onder voorzitterschap van Arie Berkhof, vader c.q. grootvader van Jan en Erwin Berkhof, de huidige organisatoren van de Tulpenrally. Ook ik was in de jaren zeventig lid van de reglementscommissie en heb aan de nodige vergaderingen in Ede onder leiding van Arie deelgenomen.
In de jaren zestig heb ik veel aan kaartleesritten deelgenomen. Ritten van de verenigingen RAC Den Haag en RAC Rotterdam, de ritten voor het RAC West KL kampioenschap en de ritten voor het nationale kampioenschap KL van de KNAC.
De eerste jaren in de Citroën DS met mijn pa. Tijdens de Najaarsrit van RAC Rotterdam was het op de Zuid-Hollandse eilanden zeer mistig en ik zag opeens onder aan een dijk een rood lichtje. Mijn bestuurder gevraagd te stoppen en terug naar de plek van het lichtje. Daar lag de auto van Nol Martini en Ben van Delden (de schrijver van de boeken “Kaartlezen als wedstrijdsport” en “Handboek voor de Rallye- en Rittensport” - RdV), onze grote concurrenten, op zijn kop in de sloot. Nol was net uit de auto gekropen, maar Ben zat nog in de auto met zijn hoofd in een luchtbel. Langzamerhand sloten andere deelnemers aan in de file en met vereende krachten hebben we met behulp van een sleepkabel de wagen kunnen kantelen en op deze wijze Ben kunnen bevrijden.
Onze kaartleesuitrusting:
In 1965 werd het equipe Wim van Oosten - Aad van Oosten kampioen in het RAC West KL kampioenschap voor de equipe Nol Martini - Ben van Delden.
 
Vanaf 1967 heb ik ritten gereden met Jaap van Leggelo in een Matra. Een snelle wagen met prima wegligging, maar harde vering. In 1967 werden we tweede in het nationale kampioenschap KL en in 1968 kampioen RAC West KL met een overwinning in de West Nederland Rit.
                       
Vanaf 1971 ben ik samen met Piet Bastiaans gaan rijden met wagens van General Motors. Vauxhall Firenza, Opel Manta en Opel GT. Dezelfde Opel GT werd ook in de advertenties van GM gebruikt: "Alleen vliegen is opwindender...".
 
Samen met Piet winnaar van de 29e Brabant Grens Rit in 1972 met 1122 strafpunten en tweede in het KNAC kampioenschap KL in 1971 achter Dost – Sascha Tamarinof. In de beslissende laatste rit voor het kampioenschap, de KNAC-Herfsttocht, wonnen Dost-Tamarinof met 1094 strafpunten en werden wij tweede met 1107 strafpunten. Met 13 tijdstrafpunten verschil ging uiteindelijk het kampioenschap naar Dost-Tamarinof.
In 1974 legde de Oliecrises de rittensport tijdelijk lam. RAC Den Haag organiseerde een alternatieve rally met het Openbaar Vervoer. Rallykampioen Bob de Jong was een van de deelnemers en ook diverse leden van de Tweede Kamer zoals D’66 kamerlid Sef Imkamp waren van de partij.
 
In 1974 verhuisde ik naar Brabant en schakelde over op deelname aan RB-ritten samen met Pim van den Berg. Pim was heel fanatiek en schuwde geen enkele optie om de concurrentie te verslaan. Karel Wijnands met Ad Verhulst waren onze grootste concurrenten.
Maar ook Karel haalde zo nu en dan een mooie streek uit. In een plaatselijke rit in Waalwijk bemerkte hij dat hij een foutcontrole had gescoord. Karel keerde terug naar de start en vertelde dat zijn controlekaart uit het raam was gewaaid en in de sloot was gevallen. Met een nieuwe controlekaart van start en nu zonder die beruchte foutcontrole naar de finish.
In 1974, 1975 en 1980 werden Pim en ik KNAC kampioen RB.