De Ster van Valkenburg. Dus: Zuid-Limburg. Dus: fantastisch wedstrijdgebied. Nu heb ik in de wandelgangen wel eens vernomen dat de Grensrijders wonderlijk genoeg moeite hebben om voor hun ritten geschikte gebieden te vinden!? Dat heeft te maken met de bevolkingsdichtheid van de streek: er liggen ontzettend veel dorpen en gehuchten in een betrekkelijk klein gebied, en al die bebouwde kommen maken het toch vrij lastig om een prettige rij-rit uit te zetten.  Eigenlijk kan deze club maar op twee plaatsen goed terecht: ten eerste in het gebied ten noordoosten van Maastricht (Ulestraten, Schimmert), en ten tweede in dat ten zuidoosten (Berg en Terblijt, Cadier en Keer, Margraten). Maar uitzetters en organisatoren zijn een creatief volkje, en nu hadden ze bedacht dat als je iets zuidelijker startte dan in voorgaande jaren, dat je dan ook een stukje België mee kan pakken. Daartoe werd de bepaling dat de landsgrens niet mag worden overschreden geschrapt en konden de Grensrijders hun naam eer aan doen. Ik vermoed overigens dat ze dat in clubritjes wel vaker doen, maar voor een nationale kampioenschapsrit was het bij mijn weten een primeur.
 
Het stuk België waar je dan in terecht komt is de vermaarde (beruchte?) Voerstreek, met daarin de min of meer bekende plaatsen 's-Gravenvoeren (Fouron-le-Comte), Sint-Pieters-Voeren (Fouron-Saint-Pierre), en Sint-Martens-Voeren (Fouron-Saint-Martin); zie bij de rechter pijl in het kaartje hieronder. Ik noem ook de Franse namen, omdat deze streek in de jaren zestig tot tachtig van de vorige eeuw onderwerp was van verhitte taaldebatten. "Fourons Wallons" was de leus waarmee de Franstaligen demonstreerden tegen het feit dat de Voerstreek een Vlaamse enclave in de Waalse en dus Franstalige provincie Luik (Liège) was, behorende bij de Belgische provincie Limburg. Het was destijds een nieuwsitem dat de burgemeester van Voeren, José Happart, weigerde Vlaams te spreken, wat uiteindelijk tot zijn ontslag leidde, en zelfs tot de val van de Belgische regering.

België zou België niet zijn als niet aan de andere kant van het land het omgekeerde het geval zou zijn (ten behoeve van het "evenwicht" tussen Vlaanderen en Wallonië): in het gebied tussen het Franse Lille (Rijsel) en het Vlaamse Ieper, bekend als het Heuvelland, bestaat ook zo'n strook (bij de linker pijl), maar daar is juist sprake van een Waalse enclave in de Nederlandstalige provincie West-Vlaanderen, met daarin de plaatsen Komen (Comines) en Waasten (Warneton); dat gebied behoort tot de Waalse provincie Henegouwen (Hainaut)! Kunt U het nog volgen? (NB: de groene lijn is de taalgrens; zou het in een Belgische (Vlaamse/Waalse) rit zijn toegestaan deze te overschrijden?).
 
Over Lille gesproken, wist U dat dat eigenlijk ook een Vlaamse stad is? Het ligt in een gebied dat ooit bij Vlaanderen hoorde en nu nog wel Frans-Vlaanderen wordt genoemd. Tussen Lille en Duinkerken (Frans: Dunkerque, Vlaams: Duinkerke - zonder n aan het eind) vind je dan ook (in Frankrijk dus) allerlei plaatsen met typisch Nederlands-klinkende namen als Steenwerck, Meteren, Spycker, Houtkerque, Sint-Janscappel, Godewaersvelde, Hazebrouck, Hardefoort, Coudekerque, Hondschoote, Wormhout en Steenvoorde. De Fransen zullen dit allemaal wel een beetje anders uitspreken dan wij... Toen ik ooit op het station van het Vlaamse Roeselare aan de lokettist om "twee retourtjes Lille" vroeg zat hij mij een tijdlang peinzend (of meewarig?) aan te staren, om vervolgens tot de conclusie te komen "oh, ge bedoelt Rijsel"?
 
Maar nu dwaal ik wel erg ver naar het westen af, we hadden het over de Voerstreek, omdat we daar in het eerste traject van de Ster van Valkenburg terechtkwamen. Ik schreef al dat uitzetters creatief zijn, en dat bleek ook uit het volgende. Ten noorden van het dorp Veurs ligt een ruim twee kilometer lange spoortunnel (door de Duitsers aangelegd in de Eerste Wereldoorlog, met inzet van duizenden Russische krijgsgevangenen), die deel uitmaakt van de spoorlijn van Visé (Wezet!) naar Aken; zie het eerste kaartfragment hieronder. Hoezo spoortunnel, dacht uitzetter Patrick Stassen (die van het mislukte "Stassenpuntje" van vorig jaar), daar maak ik toch gewoon een verkeerstunnel van? En na wat tekenwerk zag het er uit als op het tweede kaartfragment. Om halverwege pijl 7 de route op te nemen moesten we van a naar f en werden daarbij gekeerd door controle 12, net links van de "V" van "Veurs". En nu bleek er nog een tweede mogelijkheid te zijn om punt f te bereiken, met gebruikmaking van deze tunnel: de route a-b-c-d-e-f! Aan beide zijden was de tunnel netjes aangesloten op kaartwegen, onder andere via de bijgetekende weg d-e. Om ongelukken te voorkomen werd het met een auto rijden door de spoortunnel verhinderd door keercontrole 13. Leuk gevonden!
Maar ook de uitzetter van het tweede traject, Henri Wolfs (hier ook al geen onbekende, vanwege de verwikkelingen rond het Wolfshuis) bleek creatief bezig te zijn geweest. Ik laat U bij wijze van uitzondering de gehele kaart van dit traject zien, dan krijgt U meteen een indruk van het hoge bebouwde kom-gehalte waar ik het hierboven over had. Maar wat U dan ook kunt zien is dat er rondom vrijwel de gehele kaart een dubbele rand is getekend. Deelnemers met een beetje ervaring zijn dan meteen alert: waarom is dat, een enkele rand voldoet toch ook? Waarom haalt die uitzetter zich extra tekenwerk op de hals? 

Goed gezien, daar zit iets achter! Kijk maar op de kaart hiernaast, het sterk uitvergrote gedeelte tussen Genhout en Klein Genhout 
(ik vind Genhout eigenlijk ook al klein...). Die dubbele rand, dat kan je ook zien als twee bermlijnen, dus als een weg, en bij a en b zijn daarop kaartwegen aangesloten, zodat er via a-b een route ontstaat van x naar y. En die was te gebruiken in een herconstructie waarin we na keercontrole A de ingetekende lijn bij z moesten vervolgen. Beloning: controle 42.

Nog meer creativiteit (maar wel van dezelfde soort) zagen we (ALS we het zagen...) tussen de pijlen 10 en 11, bij Noorbeek (net weer terug in NL). De route van 10 naar 11 loopt over de geel-grijze weg ten zuiden van de tekst "Noorbeek". Die weg begint met een driehoekje waarvan de bovenste weg is afgesloten door een bermlijn: controle 20 is fout. Op de tweede "ingang" van de weg (bij het kruisbeeld) staat controle 19, en die moeten we wel hebben. En daarna moeten we het één weg zuidelijker zoeken, over het begin van pijl 10 en langs "De Peul".
Klaar? Nee! Die blauwe omcirkelde "S" (betekenis: sportcomplex) net voorbij die twee controles, die is hier DUBBEL omcirkeld. En jawel, die twee lijntjes vormen alweer een weg, deze keer dus een rondlopende: een keerlus! Dus vlak voor pijl 11 nog even terug: controle 21.

En nu iets heel anders. We hebben het hier al vaker gehad over wat je moet doen als er slechts keuze is uit twee of meer opties die allemaal niet zijn toegestaan. Het reglement zou daar in moeten voorzien, dat vindt iedereen eigenlijk wel (of misschien nog beter: de uitzetter moet ervoor zorgen dat die keuze niet voorkomt). Bij Klein Haasdal (bekend uit vorige edities van deze rit) zat weer eens een situatie met keuze uit VIER van die mogelijkheden! Ik ga het uitleggen. We rijden over de ingetekende lijn vanaf de blauwe pijl, op weg naar blokkering 3. Na die pijl linksaf staat keercontrole 36. Het opnamepunt ligt vlak achter die controle, en is te bereiken via a-b-c-d. Reglementair is (in deze rit) kruisen van de lijn niet toegestaan, en tegengesteld rijden ook niet. We kunnen dus niet via de kortste weg naar a, want dan kruisen we de lijn. Om dat te vermijden gaan we op dat kruispunt met de lijn rechtsaf, om vlak voor blokkering 3 naar links te gaan, naar a en verder. Dat wordt verhinderd door keercontrole 38. Nu kunnen we wel direct naar a, want nu is het geen kruisen meer. Dus: keercontrole 37. En nu begint de ellende. Wat doen we na het keren bij de 37? (a) Rechtdoor is kruisen (mag niet); (b) rechtsaf is tegengesteld (mag ook niet); (c) linksaf mag niet wegens voorkennis van de 38; (d) terug naar de 37 is keren (mag zeker niet, en bovendien hebben we nu uiteraard ook voorkennis van de 37). Kortom: vier mogelijke richtingen, en alle vier niet toegestaan... Volgens de uitleg moest je naar de 38, "omdat er geen andere mogelijkheid was". Maar ja, dat kan je van die andere drie opties ook zeggen. Het geheel werd geneutraliseerd, en de uitzetter verklaarde "dit voortaan niet meer zo te zullen doen". Een wijs besluit. En een reden te meer om volgend jaar weer dat hele eind naar Zuid-Limburg (en terug) te rijden, want het blijft erg leuk rijden daar!