Het is al weer eventjes geleden dat we buiten ritten mochten rijden. De laatste nationale rit die doorging was de Pijlenrit, op 29 februari (!), en het eerste traject daarvan is hier besproken in column 90, d.d. 3 mei. Vanwege allerlei (trajecten van) droogritten die tussen de daarop volgende afgelastingen wèl doorgingen is het bespreken van het tweede traject van de Pijlenrit “eventjes” blijven liggen. Maar in deze column pakken we de draad weer op.

Het middagtraject begon en eindigde met dezelfde route, maar wel in aan elkaar tegengestelde richtingen. Op de heenweg diende controle 37 te worden aangedaan (zo min mogelijk grijs rijden). Een paar uur later, op de terugweg, moest hetzelfde blokje andersom worden genomen, en de uitzetter “hoopte” dat je dan, misschien in tijdnood, zonder te kijken de 36 zou opschrijven (die je op de heenweg natuurlijk al gezien had). In de uitleg schreef hij althans "Helemaal aan het einde staan weer de 36 en de 37. Aan het begin moest je de 37 hebben, dus nu zeker de 36? Wat blijkt, een of andere onverlaat heeft de bordjes verwisseld!". Ik mag dat wel, uitzetters die zichzelf "onverlaat" noemen…

PR2020 2a

PR2020 2aIets later, een valletje uit de categorie "even een kleinigheidje er tussendoor". Zie het fragment rechts. Op weg van pijl 2 naar pijl 3 lijkt er geen probleem: onder de rode weg door en langs Lokerbroek naar het noordwesten. Ter plaatse ligt inderdaad een viaduct, maar op de kaart staat bij nader inzien geen viaductteken! Dus voor de rode N332 rechtsaf de parallelweg op om dan maar via de bebouwde kom (van Holten) en de Dorpendijk richting pijl 3 te gaan (NB: u ziet de kaart hier ongeveer op werkelijke grootte). 

PR2020 2aPR2020 2d

Een val die je geen "kleinigheid" kan noemen zat net na pijl 5. Zie het fragment hierboven. Om een heel klein stukje rood te omzeilen moest je op de viersprong direct na pijl 5 niet rechtdoor, maar linksaf, hetgeen werd beloond met keercontrole 24. Maar daarmee was de kous nog niet af, want je kon ook nog op diezelfde viersprong de andere kant op (naar rechts op de kaart). Waarom dat zo was kunt u op dit kaartfragmentje niet zien, maar wel op het "iets" grotere fragment hiernaast. Dat wil zeggen, als u het kunt vinden… Kijk eerst op deze kaart, en dan pas, voor de oplossing, op de kaart verderop in deze column. 

PR2020 2dNog eentje uit de categorie "even een kleinigheidje er tussendoor". De route naar pijl 6, die ik u hier zal besparen, eindigde op punt a met de controle B, met opdracht "hier keren, doorgaan met pijl 7". Voor de hand ligt nu de route over voornamelijk geel, van a via b en c naar pijl 7. En vlak voor pijl 7 kan je dan een heel klein stukje grijs vermijden door om het gele driehoekje heen te gaan (met ter plaatse controle V). Maar, en ik citeer gemakshalve de uitleg: "Nu is een vaste Pijlenrittraditie dat het reglement vermeldt dat bij een DMP-opdracht alle pijlen vervallen tot je de voet van de betreffende pijl bereikt hebt. Dat is dus inclusief de beoogde pijl zelf! De onderliggende weg wordt geacht geel te zijn." En daarom is de juiste route niet via c, maar via d en e, dan tegen pijl 7 in, en keren om dat gele driehoekje! En bij e vond je dan de controle N met "DMP 8".

PR2020 2dBekend, maar altijd weer leuk! Het plaatje hiernaast is goed voor twee vliegen in één klap. Let eerst op de route van pijl 8 naar pijl 9. Gaat u na pijl 8 meteen de spoorlijn over, en dan via de gele rotonde linksaf en vervolgens scherp rechts naar pijl 9?
Kijk dan nog even goed op de uitvergroting hieronder!
Dus: toch maar langPR2020 2fs controle K.

Dat waren de eerste punten die hier te verdienen waren. Meteen daarna kwam de volgende val. Die weg scherp rechts naar pijl 9 kwam veel te vroeg (zie paarse streepjeslijn), dus gedwongen rechtdoor en even gedwongen rechtsaf. En dan? De enige andere weg naar pijl 9 is die met controle M, en dus moeten we een keerlus verzinnen om daar te komen. Daarbij is grijs niet te vermijden, maar welke route bevat nu het minste grijs? Je kan op allerlei manieren rondrijden, al dan niet via controle Y, of je kan keren om het driehoekje bij controle X. Dat laatste is beter, maar dan moet je weer kiezen uit drie wegen om dat driehoekje te benaderen. Het kortste grijs zit op de weg vanuit het oosten, en dus is de juiste oplossing: Y-X-Y-M.

U heeft nog de oplossing tegoed van de route van pijl 5 naar pijl 6. De juiste route ziet u in blauw op het volgende kaartfragment. Die blauwe route, om rood en grijs volledig te vermijden, is zo'n 22 kilometer lang, maar gelukkig stond al na 200 meter, tussen pijl 5 en de rode weg, controle F met opdracht "einde weg links". Dat scheelde een slok op een borrel…

PR2020 2a

Zo, nu hebben we in twee afleveringen heel wat fraais uit deze Pijlenrit de revue laten passeren. Aanleiding genoeg om nu al uit te zien naar de volgende editie. Die zal volgend jaar toch wel doorgaan? Maar of de uitzetter dan weer Herbert Beltman is, dat moeten we afwachten. Volgens "schema" zijn de Ellerijders eerst weer aan de beurt, en daar kunnen ze er ook wat van. Hoe dan ook iets om naar uit te kijken!

Nu we het toch over komende ritten hebben, geen idee wanneer we weer buiten mogen rijden. Ik wil wel graag nog dit jaar de mijlpaal van 100 columns bereiken. U leest nu nummer 97, dus dat zou toch moeten kunnen? Zeker als u weet dat de volgende column de oplossing plus uitslag van traject 2 van de RdV 2020 zal bevatten, en dat er misschien nog wel een traject 3 aan zit te komen… Op die manier halen we de 100 zonder dat u of ik ook maar een meter "buiten" rijden! En een echte rit rijden, dat is waar we allemaal met smart op zitten te wachten. Totdat het zo ver is moet u zich maar behelpen met droogritten; de oplossing van genoemd traject 2 kunt u nog insturen t/m 15 juli. Dan is dat ook maar weer gezegd…

Om af te sluiten: van de serie “Na-praat” begint langzamerhand het einde te naderen. Van de dertien afleveringen volgt hier alweer de tiende.
Veel leesplezier!

Na-praat 10: SPORTIVITEIT - door Frits Wessels, circa 1972

Sportiviteit staat in de rittensport nog steeds hoog aangeschreven, Berucht op dit gebied was Dirk Drukker, wiens levensverhaal hier volgt.

Drukker is altijd, net als zijn vader, een verstokt vrijgezel gebleven, vele treurende schoonvaders-in-spé ten spijt. Na zijn aanvankelijke loopbaan als een min of meer geslaagd goochelaar, kreeg hij een professionele belangstelling voor de bridgesport. Tijdens de wereldkampioenschappen maakte een misverstand over een vijfde aas een plotseling einde aan deze carrière. Vanwege zijn voorliefde voor afwijkende kaartsituaties kwam Dirk vanzelf in de rittensport terecht.

Nadat hem duidelijk gemaakt was dat een deelnemer aan de finish niet alle vlaggen waar hij langs komt behoeft in te leveren als bewijs van doorkomst begon de concurrentie weer wat meer aardigheid in de ritten te krijgen. Het kostte weliswaar nog enige tijd voordat Dirk begreep dat er ook nog andere manieren waren om te winnen dan het van de weg drukken van mededingers, maar ook dit probleem werd opgelost toen zijn controlekaarten de onhebbelijke gewoonte kregen zich tijdens de rit aan zijn veranderende inzichten aan te passen. Geleidelijk aan stegen ook de overlevingskansen van officials, na enige tijd konden deze zelfs zonder gevaar voor een blauw oog dubbele stempels uitdelen, hoewel Drukker wat men noemt altijd een agressief rijdertje bleef. Vastgeraakte deelnemers konden altijd op zijn sportieve bijstand rekenen: Drukker was steeds onmiddellijk bereid deze hindernissen in de berm te helpen zetten, kleine vergissingen tussen berm en ravijn daargelaten. Onbegrijpelijk was dat hij bij iedere voorkomende gelegenheid bereid bleef zijn visie duidelijk te maken.

In zijn meest actieve jaren beleefden de verenigingen een ongekende financiële bloei maar wegens onbegrip bij de organisatoren werden zijn talrijke protesten slechts zelden toegekend. Het kon niet uitblijven dat Dirk de rallysport ontdekte, hetgeen bepaald niet onopgemerkt voorbijging. Reeds in zijn tweede jaar behaalde hij het kampioenschap, hoewel daarbij vermeld moet worden dat hij toevallig de enige superklasser was dat jaar. Het is zeer spijtig dat zijn inschrijvingen in de jaren daarop steeds zonder opgave van redenen geweigerd werden, mogelijk onder druk van de Belgische autoriteiten die nogal kleinzielig deden over een paar dodelijke ongelukken. Na wat onbeduidende moeilijkheden die het verlies van zijn startlicentie veroorzaakten zei Dirk het rittenrijden vaarwel en ging racen. Binnen de kortst mogelijke tijd had hij een auto versierd. Of dat aan het ophemelen van eigen kwaliteit of aan het afkraken van de concurrentie heeft gelegen is niet bekend, hoewel het laatste in die kringen meer gebruikelijk schijnt te zijn. Van meet af aan heeft Drukker zijn concurrenten letterlijk en figuurlijk de baan afgeveegd.

Na een kortstondige reeks successen in races met een uitzonderlijk hoog uitval(lers)percentage is Dirk kortgeleden het slachtoffer van zijn eigen wedstrijdopvatting geworden. Door het verwarren van een auto op een reclamebord met een concurrent belandde hij behoorlijk van de kaart in het ziekenhuis. Desondanks gaat Drukker de kaarten weer naar zijn hand zetten en heeft hij een passende werkkring geaccepteerd bij de Topografische Dienst.