Zolang er nog steeds geen "echte" ritten zijn om te bespreken moeten we ons noodgedwongen blijven beperken tot droogritten. Het is niet onlogisch dat deze variant van het kaartlezen onder de huidige omstandigheden erg in trek is (je moet toch wat…?). De liefhebber kan momenteel aan de lopende band bezig zijn met het oplossen ervan. Ik schreef al eerder dat de bekende ritten van de Baronierijders en van RallyNews gezelschap hebben gekregen van die van de DHRC, van de Amac, en van onze Engelse vrienden van Targa Resto in Casa.

Wat de laatste categorie betreft moet ik zeggen dat ik steeds meer gecharmeerd raak van deze "dry rides": ze zitten erg goed in elkaar, zijn uitgezet op leuke (onbekende!) kaarten, hebben een uitgekiende controleplaatsing, en alles wordt zeer nauwkeurig uitgelegd (zowel in de zeer duidelijke toelichting plus voorbeelden bij de reglementen, als in de uitleg na afloop). En Engelse deelnemers die minder op de hoogte zijn van de "Europese" stijl van kaartlezen krijgen daarbij ook steeds tips en aanwijzingen, zodat het geheel ook een zeker cursus-gehalte heeft (net als deze columns soms…).

In de vorige column gaf ik een aantal voorbeelden van Engelse vertalingen van ons rittenjargon, die deels uit Europese rally-reglementen bleken te komen, maar soms ook door Google Translate tot stand waren gekomen. Dat bracht mij op het idee om de gehele voorgaande column eens aan Google ter vertaling aan te bieden, en ik moet zeggen dat daar over het algemeen goed leesbare en correct vertaalde stukken tekst uit tevoorschijn kwamen. Maar zo'n vertaalprogramma blijft het moeilijk hebben met vakjargon, zoals moge blijken uit het volgende lijstje:

  de rit uitzetten   to turn off the ride (uitschakelen, zoals in "de radio uitzetten" !)  
  uitzetter / uitzetten   evictor / to evict (ontruimer, zoals in "het huis uitzetten" !)  
  Jaap zet ze uit   Jaap puts them out
  de wandelgangen zeggen     the corridors say
  een controle aandoen   to wear a check (aantrekken, zoals in "een jas aandoen" !)  
  keercontrole   turn check
  sleutelwerk   key work
  moederkaart   mothercard

 

Voordat we nog terugkomen op de Engelse droogritten geef ik u eerst even de top van de eindstanden van 2020 in de diverse droogrit-kampioenschappen. Vergis u niet in de deelnemersaantallen; de bepaald niet misselijke aantallen waren als volgt: Baronie: 54; RallyNews: 98; DHRC: 116 Sport + 60 Tour; Targa First Series: 95; RdV 2020: 23.
Let bij Targa vooral op de positie van de Nederlanders! Wat betreft het aantal deelnemers moet mijn eigen RdV 2020 het afleggen tegen de andere vier; een verzachtende omstandigheid is dat de meeste "concurrenten" een grote klassieke/rally-achterban hebben, en dat ik slechts een mailinglijst met zo'n 50 namen heb, voornamelijk van NRF-leden. Omdat ik in deze kolommen ook reclame maak voor de droogritten van andere organisaties is het misschien een idee als zij dat ook voor mij gaan doen? Mocht er een RdV 2021 komen…

 

Dan is het nu hoog tijd voor wat kaartleeswerk. Eerst geef ik u een paar voorbeelden uit recente droogritten van de Amac en van Targa. Ik stel er vragen bij, en de antwoorden staan verderop in deze column. Maar natuurlijk eerst zelf proberen!

Om met wat "moeilijks" af te sluiten een interessant probleem, van de overkant van de Noordzee. In Engelse ritten komt zo nu en dan het systeem "Spot Heights" voor. Spot Heights zijn "hoogtepunten", in de zin van punten waarvan de hoogte bekend is (en op de kaart staat aangegeven). Ik geef een voorbeeld van Nederlandse en Engelse hoogtepunten. Links ziet u een stukje van de Veluwe, met een aantal hoogtepijltjes voorzien van het aantal meters boven NAP; de hoogten variëren hier van 15,1 tot 38,9 meter. En rechts zien we hoe dat er op een Engelse topografische kaart uitziet: een klein zwart puntje op de weg (die puntjes zijn in dit geval door een uitzetter voor de duidelijkheid rood gemaakt), voorzien van een getal dat ook de hoogte in meters aangeeft, hier variërend van 156 tot 221. De meters (ja het zijn echt meters, geen yards of zo!) zijn natuurlijk niet boven NAP, maar "above mean sea level". Ben eigenlijk benieuwd hoe dat moet met de stijgende zeespiegel?

  

Let wel: normaliter zijn dit dus kleine zwarte puntjes (bij ons bekend als Beltmanpuntjes), maar als er een getal bij zo'n puntje staat dan is dit dus geen (mini-)rotonde! Zie het plaatje hiernaast: het puntje waar de Macmillan Way uitkomt op de gele weg is dus geen rotonde, maar een Spot Height (in dit geval met een hoogte van 215 meter) !!
Deze Spot Heights (SH) worden dan als volgt gebruikt. Je moet een route construeren die Spot Heights aandoet die samen exact een bepaald aantal meters leveren. Op de kaart hierboven zou de opdracht kunnen zijn "rijd van Morland naar pijl 1 via SH's met een totaal van 1564 meter". Dat zou dan gaan via 185-189-187-204-205-178-221-195 (niet moeilijk, maar het is slechts een voorbeeld). Denk eraan: een "unfenced road" (met één of twee onderbroken bermlijnen) is ook een weg!

In het derde traject van de december-opgaven van de Targa Resto in Casa Winter Series (dat is een hele mondvol...) kwam het volgende probleem voor. Op het linker kaartje ziet u het betreffende deel van de wedstrijdkaart, en op het rechter plaatje een door mij getekende versimpeling hiervan; controles zijn oranje, en Spot Heights zijn groen. Van pijl 2 tot pijl 3 moest een grensbenadering worden gereden, met de grens aan de linkerhand. Normaal gesproken zou dat niet erg moeilijk zijn, en een route opleveren via de controles V-P-A-S-I-I.

 

Echter, er gold voor dit gedeelte de aanvullende bepaling dat de route tussen de pijlen 2 en 3 moest lopen via SH's met een totale hoogte van exact 200 meter. Misschien een beetje moeilijk te combineren met het principe van grensbenadering, maar de bedoeling was wel duidelijk. Omdat de aanwezige SH's variëren van 54 tot 79 meter is het al snel duidelijk dat je drie SH's moet combineren om tot de gewenste 200 meter te komen. Om te beginnen stellen we vast dat het lusje voorbij controle I niet te gebruiken is, omdat je dan al tweemaal SH 72 passeert en dus al op 144 meter zit; dat zou te combineren zijn met SH 56 (144 + 56 = 200), maar je kan SH 56 niet aandoen zonder langs SH 66 of SH 68 te gaan. Enig rekenwerk leert dat er drie combinaties mogelijk zijn: (a) 55 + 66 +79; (b) 56 + 66 + 78; (c) 54 + 68 + 78. Van deze drie vervalt mogelijkheid c, vanwege een doorgetrokken bermlijn aan het eind van de witte weg door het gehucht Pickerells (boven SH 54). Dan blijven dus over de opties a en b, en die leveren de routes A en B op die u in de volgende plaatjes ziet (A rood en B paars).

  

Van deze twee routes is B de kortste, maar A benadert veel beter de grens. De enige weggedeelten van de ideale grensbenadering die in route A nog ontbreken zijn het stukje langs controle S, het stuk langs controle A, en het stukje door SH 78. Hoewel je dus zou denken dat route A dan de juiste moet zijn, blijken de uitzetters echter een andere route te hebben bedacht, die de grens nóg beter benadert! Daartoe maken ze gebruik van de vondst dat je het totaal van 200 ook nog kan bereiken door tweemaal SH 66 te passeren in combinatie met éénmaal SH 68. Als basis voor hun oplossing gebruiken ze route C (bruin), die alleen maar SH 66 aandoet; van de drie ontbrekende stukjes is dat bij controle S nu alvast in de route opgenomen. Deze route C combineren ze met het rondje van route D (oranje, 68 + 66), waarmee ook het stuk langs controle A wordt bereden. De combinatie van de routes C en D doen ze als volgt: vanaf pijl 2 route C tot de eerste samenkomst van wegen, van dat punt het volledige rondje D (met de klok mee) totdat hetzelfde punt opnieuw wordt bereikt, en dan weer verder met route C, helemaal tot pijl 3. Dat levert samen de volgende controlereeks op: J-A-U-N-P-N-U-S. In hun uitleg schrijven ze dat je route D ook tegen de klok in zou kunnen rijden (N-U-A-J), maar dan wordt het weggedeelte langs controle A "in de verkeerde richting" bereden (volgens "onze" principes van grensbenadering), dus ik denk dat dit niet zou mogen. Maar de combinatie C + D is fraai gevonden, en uit de uitslag blijkt dat enkele deelnemers - onder wie in elk geval de Nederlanders Ad van der Werf en Jaap Jongman (want die hadden in totaal 0 fout) - deze route ook ontdekt hebben. Hulde!

 

Toen ik dit zag vroeg ik me af of er dan geen andere (betere?) oplossingen mogelijk zijn. Maar het stukje langs SH 78 krijg je er nooit bij zonder weer een ander stuk te missen. Wel vond ik een tweede combinatie van routes die hetzelfde resultaat geven als de combinatie C + D van de uitzetters, en dat is de combinatie C (bruin) + E (groen). Dat gaat als volgt: vanaf pijl 2 de gehele route C volgen tot vlak voor pijl 3, dan terug langs controle H, vervolgens via controle S naar dezelfde lus als die van route D (controles U-N-J-A), en weer via de S en de H naar pijl 3. Deze route is veel langer dan die van de uitzetters, en daarom foutief: in het reglement stond netjes dat we de kortste route moesten nemen! Je zou wel een mooie controlereeks krijgen: P-N-U-S-H-S-U-N-J-A-S-H. Die laatste H is overigens twijfelachtig, want of je die neemt hangt ervan af of je aan het eind van route C het lusje met de H linksom of rechtsom neemt. Indien linksom, dan moet je daar later nog grensbenaderen (dus zonder H), en indien rechtsom, dan heb je de grens daar al benaderd, en kan je later gewoon rechtdoor naar pijl 3 (dus mét H).

Maakt u zich geen zorgen: dit was verreweg het lastigste stuk van de drie december-trajecten. Inmiddels is het eerste januari-traject gepubliceerd, en ik kan u zeggen dat ik daar veel plezier aan heb beleefd. Van harte aanbevolen! Hierbij de link: https://drive.google.com/drive/folders/1ISY763Go6VTzTNra3ytxvwHwMk1ny-wH

De antwoorden op de vragen hierboven:

[1] Uiteraard via de C. Maar dan? De weg na de C rechtsaf is tot de eerste zijweg geel! Dus daar omheen, via de X.

[2] Zo min mogelijk lijn missen (dat stond overigens uitdrukkelijk in het reglement), dus NIET via de Y.

[3] Helemaal over de groene weg (A 494)? Nee, de G is fout, want vlak daarvoor kunt u rechtsaf over een "unfenced road", en dat is korter.

[4] Aan het eind via de Z en de K (let op het begin van pijl 13), maar hoe aan het begin? Recht naar boven via de T en de M, met kruisen van de gele weg? Dan heeft u niet gezien dat de weg bij de M een weg-in-aanleg is. Dus via G-F-Q. (U weet inmiddels dat het in Engeland anders is, daar is dit een "unfenced road".) NB: Controle G aandoen omdat het "paaltje" van deze controle de directe weg blokkeert!

[5] Altijd verdacht, zo'n dubbele rand om de kaart… Daar wil wel eens een weg lopen! Oplossing: Q-K-B.

[6] Een stuk oranje missen is duidelijk: via de U. Maar heeft u ook het stukje rode weg gezien, net ten zuiden van controle T (mooi verstopt tussen de ook rode huizen)? Geen T dus.

[7] Na punt 36 einde weg links, en dan na een paar honderd meter rechtsaf, ter hoogte van pijl 37: een mooi tussenweggetje! Langs de D dus.

En dan is het nu weer tijd voor Frits Wessels. Jammer, de laatste aflevering…

Na-praat 13: HOE VOER IK MIJN BAK OP - door Frits Wessels, circa 1973

Het materieel waarmee de gemiddelde kaartlezer ten strijde trekt is meestal maar een treurig geheel. Daarmee wordt niet de auto bedoeld maar de kaartleesbak. Voor de auto geldt weliswaar hetzelfde, maar een goede uitrusting is toch altijd aan bestuurders verspild. Bovendien zijn bestuurders gewoontegetrouw slecht uitgerust, omdat ze zonodig in de nacht voor de rit altijd aan hun auto moeten prutsen. Aan de kaartleesbak herkent men direct de klasse van de kaartlezer. Niet zijn prestatieniveau natuurlijk, dat herkent men aan de ijzeren hand waarmee de bestuurder in het goede spoor wordt gehouden, maar wel de klasse A, B of C waarin hij zijn kunsten mag vertonen.

C-klasse bak
De C-Klasser maakt zijn debuut onveranderlijk met een kolossaal wonder van vernuft, minstens honderd kilo zwaar, vijf soorten regelbare verlichting, kostbare Zeiss-objectieven om gemiste kaartafwijkingen achteraf thuis mee op te sporen en tenslotte een dozijntje klemmen voor werktuigen die een tandarts niet zouden misstaan, met dit verschil dat een tandarts meestal wel weet hoe hij z'n instrumenten moet gebruiken. Deze C-Klasse bak is bij voorkeur uitgevoerd in solide eikenhout en fraai glanzend afgelakt. Insiders kunnen direct zien of de betreffende kaartlezer het boekje van Van Delden heeft gelezen.

A-klasse bak
Een schrille tegenstelling hiermee vormt de A-klasse bak, meestal een verfomfaaid frutseltje van piepschuim en karton, uit lijfsbehoud voorzien van breuknaden en veelvuldig opgelapt, waaruit een zekere ervaring met des rijders woeste capriolen blijkt. Dure vergrootglazen ontbreken geheel omdat nauwkeurige kaartstudies toch onmogelijk zijn in een voortjakkerende wagen. En waag het nooit de auto stil te laten zetten voor het oplossen van ingewikkelde kaartleesproblemen, want dat strookt niet met de ideeën van de maniakken die zich bestuurder wensen te noemen.

Groep I en II
Binnenkort behoort dit allemaal tot de verleden tijd. De overijverige KNAC heeft onlangs ontdekt dat er nog een achtergebleven gebied was waarvoor nog geen verstrekkende regels waren opgesteld, namelijk de kaartleesbakken. Het is de KNAC een doorn in het oog dat er zo weinig geld aan kaartleesbakken wordt gespendeerd, tenslotte moet men trachten de sport zo kostbaar mogelijk te maken. In overleg met de FIA, eveneens berucht om haar reglementen, werd besloten de kaartleesbakken in groepen in te delen, alsmede het houden van kaartleesbakken aan de licentie te koppelen.

Uitvoering groep I
In de C-klasse mag voortaan uitsluitend worden deelgenomen met een standaardbak Groep I, opgevoerde kaartleesbakken zijn voorbehouden aan kaartlezers met licentie II of hoger. De groep I bak dient met een veiligheidsband aan de knieën van de kaartlezer bevestigd te zijn en moet bestaan uit een dubbelgelaagde onderplank van piepschuim teneinde splinterbakken te voorkomen. De verlichting moet voorzien zijn van een KEMA-keur dan wel zijn goedgekeurd door de Nederlandse Vereniging van Huisvrouwen of de Consumentenbond. In de kaartleesbak dient een schuimblussertje te zijn ingebouwd, althans in die gevallen waarin tevens een asbak is bevestigd. Overigens wordt de groep I bak nog eens onderverdeeld in klassen, te weten: klasse 1 kleiner dan formaat A4, klasse 2 voor formaten tussen A4 en A3 en tenslotte klasse 3 voor grotere afmetingen (meestal in gebruik op de achterbank). De verdere uitvoering van de bak mag zeer spartaans genoemd worden, namelijk geheel kaal. Bovendien valt het plakken van stickers op de bak onder het hoofdstuk reclame en vereist derhalve een aparte licentie.

Uitvoering groep II
Groep II staat enige modificaties toe, hoewel deze vooraf moet worden gehomologeerd. Tot de voorgeschreven standaarduitrusting behoort tevens een liniaaltje met nauw omschreven schaalverdeling, vermoedelijk om het meten met twee maten tegen te gaan. Extra verlichting in de bak is ook toegestaan, hoewel de schakeling zodanig moet zijn uitgevoerd, dat het grootlicht niet gelijktijdig met het dimlicht kan branden. Het voorschrift van asymmetrische verlichting om verblinding van de bestuurder te voorkomen, spreekt vanzelf.