Na het verschijnen van de vorige column (deel 1 dus) ontving ik een mailtje van een bezorgde wedstrijdleider Piet Luksemburg: of ik me wel realiseerde dat ik met het tweede traject was begonnen? Gelukkig bedoelde hij in de column, niet in de wedstrijd... Hij had wel gelijk, en de reden was dit keer niet "om tijd te winnen beginnen we met het tweede liedje", maar het feit dat ik wat eenvoudige voorbeelden wilde laten zien, en dat die blijkbaar vooral in het tweede traject zaten. In dit tweede deel gaan we dan maar naar het eerste traject kijken, en gaat het wat meer om constructiewerk.  Hieronder ziet U zoals wel vaker links de wedstrijdkaart en rechts het overeenkomstige deel van de uitleg. Even opfrissen: niet over grijs, en zo kort mogelijk over oranje. En, niet onbelangrijk: in traject 1 mogen pijlen als ze niet aan de beurt zijn alleen tegengesteld worden bereden! 
 
Tot het begin van pijl 2 gebeurt er nog niet veel spannends, en het enige interessante is dat we in een zijweg controle 1 zien staan. Dat weten we dan vast. Dan begint het. Na het eerste stukje van pijl 2 blijken we niet linksaf te kunnen; onder het zeg maar horizontale deel van de pijl blijkt in wekelijkheid geen weg te liggen (de pijl is "door het weiland getekend"). Het opnamepunt is aan het eind van dat horizontale deel, vlak voor de punt van de pijl, dus komende vanuit het noorden. Nu is het deel van de oranje weg boven "lust" korter dan het deel waarlangs "Erpse Weg" staat, en dus is juiste herconstructie als volgt: eerst gedwongen rechtdoor (controle M), dan linksaf tegen de pijlpunt in en meteen weer links tegen de rest van de pijl in, om door "Dennenlust" en dan twee keer rechtsaf naar het opnamepunt te gaan. Maar dat "meteen weer links" lukt niet (ook van deze kant alleen weiland), dus gedwongen rechtdoor en een nieuwe omrijroute bepalen. Een keerlus zou handig zijn, en dan is er keuze: op de oranje weg linksaf en keren bij de reeds bekende controle 1 (handig dat we die al weten te staan), of op de oranje weg rechtsaf en keren via de grote geel/oranje lus in Zandhoek. Eerstgenoemde mogelijkheid is niet alleen korter maar gaat ook over minder oranje, en heeft dus de voorkeur. Helaas voor degenen die nu de 1 noteerden ("daar hoeven we niet helemaal naar toe te rijden"), omkeerden en via de punt van pijl 2 naar pijl 3 reden: er zat nog een addertje onder het gras. De gele weg  gaat op de kaart met een knik naar rechts, maar loopt in werkelijkheid (zie rechts) kaarsrechtdoor. Overigens een "eerlijke" wegverlegging: de uitzetter heeft weliswaar de weg vertekend, maar de wegwijzer (Y) netjes op zijn plaats laten staan! Dat had je op een idee moeten brengen, als je tenminste goed oplette. Als je dit door had moest je concluderen dat de route nu als volgt wordt: einde weg (bij de Y dus) rechtsaf, en dan meteen weer rechtsaf over de gele weg terug ("terug via de oude weg"). Dat gaat dan natuurlijk ook weer niet, en we moeten nu verder naar het oosten en langs de controle P. Het opnamepunt is nu niet meer te bereiken, en ook de wegsamenkomst net voorbij de punt van pijl 2 niet (want we mogen niet heen en weer naar controle 1, omdat we dan op de terugweg pijl 2 meegaand zouden berijden), zodat er niets anders op zit dan direct door te gaan met pijl 3. Wie dat heen en weer rijden toch probeert wordt overigens gekeerd door controle Q, die dus net als de 1 fout is; de juiste controlereeks is (slechts) M-P. Wat mij verbaast is dat diegenen die bij controle P de grote keerlus nemen en dan toch via de verlegde gele weg naar het opnamepunt gaan verder geen (fout)controles passeren en dus óók de juiste reeks M-P noteren. Rara? Of vond de uitzetter dit zo "stom" dat hij ervan uitging dat niemand dit zou doen? We zullen het hem eens vragen (bij deze dus, eigenlijk)!
En dan toch nog maar eentje uit traject 2. Van punt 4 naar pijl 5, zo kort mogelijk over oranje, en dan de 1-na-kortste route. Dat gaat in eerste instantie vanaf punt 4 over de gele weg naar het oosten, om de tekst "Vernhout" heen, door de "B" van "Boskant", en dan door het dorp Boskant over voornamelijk witte en geel-witte wegen en ten slotte door de tekst "N619". Dat is minder oranje dan vanaf punt 4 naar het noorden. Deze hele mondvol wordt direct onderbroken door keercontrole 1, waarna we via stempelcontrole Z alsnog over oranje naar het noorden moeten (er is niets anders). Nu even opletten: de "viersprong" van oranje en gele wegen  ten zuiden van pijl 5 is een zogeheten "versprongen viersprong" (dus helemaal geen viersprong, maar twee afzonderlijke wegsamenkomsten), zodat we een millimetertje oranje kunnen vermijden door vlak voor het oranje op de gele weg naar rechts te gaan. De kortste route is dan via de eerste weg links (geel), en de 1-na-kortste via de tweede (wit). Daar worden we beloond met controle R, waarna we op de viersprong niet rechtdoor blijken te mogen. We rijden nu eerst nog een rondje via de R vanwege de (nieuwe) 1-na-kortste route, en gaan dan over de gele weg weer terug richting oranje. Aldaar aangekomen niet vergeten die ene millimeter weer te ontwijken: we gaan linksaf (zuidwaarts) en dan drie keer rechtsaf (controle X), en bereiken via de niet te vermijden rest van het oranje pijl 5, met op de controlekaart: 1-Z-R-R-X.
Zoals U heeft gemerkt doe ik het deze keer zonder het gebruik van hulpletters op de kaart, in navolging van uitzetter Remco Luksemburg (al gebruik ik andere teksten). Dat gaat bij deze rit heel goed, omdat er hier in het algemeen sprake is van min of meer gestrekte routes zonder allerlei gepriegel. Het vergt van de lezers misschien wat meer zoekwerk, maar die krijgen zodoende wel een idee hoe het er in deze rit aan toeging, want ook voor de deelnemers gold dat ze constant bezig waren met het zoeken naar de kleinste ommetjes en/of routes met minder oranje. Je moest voortdurend alert blijven, maar dat geldt eigenlijk voor elke rit...
 
En tot slot van deze column dan nu natuurlijk deel 4 van de Wessels-serie. Weer veel leesplezier! En voordat ik begin aan mijn jaarlijkse 1-na-kortste route van Piccadilly Circus naar Trafalgar Square wens ik U (nogmaals, want deze column verschijnt toch nog net vóór de Kerst) prettige feestdagen en een 2020 met mooie klasseringen!
 
Na-praat 4:  Pech -  door Frits Wessels, circa 1970
 
Sommige autosportenthousiasten zijn voor pech geboren. Het meest 'ongelukkige' voorbeeld hiervan is nog immer ene Bram Pegvochel. Deze illustere kreukelaar had met veel vallen en opstaan de top van de nationale rallysport bereikt. Zijn spectaculaire rijtechniek werd slechts geëvenaard door zijn superieure valtechniek. Na diverse onvrijwillige salto's als gevolg van te krap aangelegde bochten kreeg Bram behoefte aan een dak boven zijn hoofd en kocht een raceautootje.
Ook de Zandvoortse bochten bleken te nauw voor de Pegvochel's nogal nauwe opvattingen. Gewoontegetrouw werd het circuit merendeels op twee wielen afgelegd; zeer spectaculair voor de toeschouwers en erg slecht voor de vanghekken. Ondanks een toenemend aantal mislukkingen werden zijn sponsors steeds enthousiaster, maar Bram was dan ook de enige die zijn sponsors uit de rijen der slopers recruteerde. Nog éénmaal raakte Bram de weg kwijt op het circuit om deze pas na enige zware agrarische arbeid, ook wel ploegwerk genaamd, terug te vinden. Jammer genoeg bleek er de rest van de race een verschil van opvatting te bestaan tussen Bram en de overige deelnemers over de juiste rijrichting. Via een korte en zeer duidelijke routebeschrijving werd hem na afloop de weg naar de uitgang gewezen. Waarmee ook dit hoofdstuk is afgesloten.
 
Tijdens een wintersportvakantie zag Pegvochel een complete wegafzetting met gendarmes over het hoofd en kwam nogal onzacht in aanraking met de Rally van Monte Carlo. Dit was gelijk de enige keer dat hij de koploper van een internationale rally wist uit te schakelen. Vrij definitief trouwens volgens diens weduwe. Het kwaad was echter geschied en Bram stortte zich op rally's. De eerste Tulpenrally verliep niet geheel volgens plan toen Bram tijdens het inhalen van een motorfiets ontdekte dat dit een levensgrote vrachtwagen met een kapot achterlicht was. Nu moet een rally geheel in dezelfde bolide uitgereden worden. Bram's onbekendheid met deze regel betekende diskwalificatie, omdat noodgedwongen het laatste gedeelte van de rally per ambulance moest worden afgelegd. Toen de chauffeur hiervan vergat aan het stuur te draaien in een hairpin, nam de wagen zelf het initiatief en volgde een niet bedoelde spectaculaire alternatieve route. Eerder dan verwacht werd het lager gelegen ziekenhuis bereikt, zij het ondersteboven. Een en ander liep goed af, hoewel het enige dat ongedeukt uit de strijd tevoorschijn kwam Bram's zelfvertrouwen was.
 
Ongehinderd door navigatorische ervaring startte Bram als bijrijder in de London-Sydney-rally. Het pieterpeuterige kaartleeswerk bleek hem niet zo te liggen, getuige een vermoeiend intermezzo in een oosterse harem na een navigatiefoutje. Terugkerend van de dwalingen zijns weegs vond Bram het ware geloof in de uitzetter snel terug, om dit zelfs even later te midden van knielende islamieten in een moskee te belijden, op zoek naar een controle. De hevig verontwaardigde muzelmannen eisten dat men bij het betreden ener moskee zo niet zijn schoenen, dan toch zeker zijn auto uittrekt. Gelukkig maakte de plaatselijke politie een tijdig einde aan deze verlate kruistocht, voordat Bram voor de eerste en tevens voor de laatste keer zijn hoofd verloor. Ook een Australische dorpspastoor, die Bram op zijn kerkhof aantrof, had weinig waardering voor de goedbedoelde speuracties van deze 'kruisvaarder', zij het nu op andere religieuze gronden.
 
De terugreis per schip eindigde tamelijk onverwacht aan de zuidpool toen Bram zijn pas verworven navigatorische kennis in de praktijk mocht brengen van de kapitein. Terug op vaderlandse bodem liet Bram geen enkele rally meer voorbijgaan. Gevolg daarvan was dat hem onlangs zijn eerste gouden auto werd aangeboden door de verenigde automobielindustrie. Bram heeft echter zijn zakelijke belangen nooit uit het oog verloren en is nu de trotse bezitter van een bloeiende autosloperij!